Executieve Vaardigheden
We kunnen spreken van enkele basis executieve functies, namelijk: respons-inhibitie en werkgeheugen. Deze twee basisvaardigheden maken het mogelijk dat de meer complexe executieve functies, zoals onder andere taakinitiatie zich ontwikkelen.

De twee basisvaardigheden zijn al bij kinderen tussen de 6 tot 12 maanden geobserveerd. Ook emotieregulatie en volgehouden aandacht worden in deze ontwikkelingsleeftijd bij jonge kinderen gesignaleerd. Dawson en Guare (2009) geven aan dat de eerste signalen die betrekking hebben op de vaardigheid van planning al te zien zijn als een jong kind een manier vindt om een gewenst object te pakken te krijgen. De vaardigheid die zichtbaar wordt tussen de 12 en 24 maanden is flexibiliteit. Taakinitiatie en organisatie, maar ook de andere overgebleven vaardigheden ontwikkelen zich volgens Dawson en Guare (2009) pas tussen de voorschoolse en vroegschoolse periode (voor groep 3).


Executieve vaardighedenIn ontwikkelingNodig
Basis EF6 tot 12 maandenNa 1 jaar2 tot 7 jaarNa 7 jaar
Responsinhibitie X X     X
Werkgeheugen X X     X
Emotieregulatie   X     X
Volgehouden aandacht   X     X
Taakinitiatie   X   X X
Plannen en prioritering     X X X
Organisatie       X X
Timemanagement       X X
Doelgerichte aandacht       X X
Flexibiliteit     X X X
Metacognitie       X X


De Rus Alexander Luria en Amerikaan Joachim Fuster hebben de basis gelegd voor de theorie waarin executieve functies werden verbonden met de cortex praefrontalis.
De Amerikaanse neuropsychologe Muriel Lezak is de eerste die dit psychologisch construct benoemde als executieve functies.

De psychologen Don Norman en Tim Shallice hebben vijf soorten situaties geschetst waarin gewone routinematige activatie van gedrag niet voldoende is, en executieve functies vereist zijn om tot een optimale prestatie te komen.

Peg Dawson en Richard Guare (2009) onderscheiden elf soorten.

Margriet Sitskoorn onderscheidt in 'De beste versie van jezelf' twaalf executieve vaardigheden.

Wat gewoonlijk 'vloeibare intelligentie' wordt genoemd, is de redeneer- en probleemoplossende component van executieve functies. Deze uitvoerende functies kunnen worden verbeterd door training en oefening.

Geschikt voor 5  6  7  8 
Over deze afnamelijst

De afnamelijst stelt leerlingen, leerkrachten en ouders vragen over de executieve vaardigheden. De vragen zijn afgeleid van bestaande vragenlijsten. Het brengt de leerling in beeld en geeft aan de hand van verzamelde scores een normatieve uitspraak over de stand van zaken op het vlak van 11 te onderscheiden executieve functies.

In een totaaloverzicht kunnen leerkrachten vergelijken en op zoek gaan naar aansturing en verbetering. Het signaleringsinstrument bespaart de leerkracht veel tijd ten opzichte van handmatige afname.