We kunnen spreken van enkele basis executieve functies, namelijk: respons-inhibitie en werkgeheugen.
Deze twee
basisvaardigheden maken het mogelijk dat de meer complexe executieve functies, zoals onder andere taakinitiatie zich ontwikkelen.
De twee
basisvaardigheden zijn al bij kinderen tussen de 6 tot 12 maanden geobserveerd.
Ook emotieregulatie en volgehouden aandacht worden in deze ontwikkelingsleeftijd bij jonge kinderen gesignaleerd.
Dawson en Guare (2009) geven aan dat de eerste signalen die betrekking hebben op de vaardigheid van planning al te zien zijn
als een jong kind een manier vindt om een gewenst object te pakken te krijgen.
De
vaardigheid die zichtbaar wordt tussen de 12 en 24 maanden is flexibiliteit.
Taakinitiatie en organisatie, maar ook de andere overgebleven vaardigheden ontwikkelen zich volgens Dawson en Guare (2009)
pas tussen de voorschoolse en vroegschoolse periode (voor groep 3).
Executieve vaardigheden | In ontwikkeling | Nodig |
Basis EF | 6 tot 12 maanden | Na 1 jaar | 2 tot 7 jaar | Na 7 jaar |
Responsinhibitie |
X |
X |
|
|
X |
Werkgeheugen |
X |
X |
|
|
X |
Emotieregulatie |
|
X |
|
|
X |
Volgehouden aandacht |
|
X |
|
|
X |
Taakinitiatie |
|
X |
|
X |
X |
Plannen en prioritering |
|
|
X |
X |
X |
Organisatie |
|
|
|
X |
X |
Timemanagement |
|
|
|
X |
X |
Doelgerichte aandacht |
|
|
|
X |
X |
Flexibiliteit |
|
|
X |
X |
X |
Metacognitie |
|
|
|
X |
X |