Stoer!
Sociaal gedrag meten

Programma's als Taakspel, Leefstijl, De Vreedzame School en Kanjer moeten zorgen voor een toename van wenselijk gedrag en de sociale betrokkenheid van kinderen vergroten. Probleemgedrag zou afnemen wanneer het in een vroeg stadium om wordt gebogen in positiever gedrag.

Een goede aanpak start met monitoring van alle leerlingen. De leerkracht volgt de leerresultaten van de kinderen en signaleert eventuele belemmeringen bij het leren en in de persoonlijke ontwikkeling. De leerkracht kan in gesprek gaan met het kind en met de ouders om zicht te krijgen op wat er speelt en welke aanpak passend kan zijn. Verder kan de leerkracht extra uitleg geven, voor een heldere structuur met voorspelbaar gedrag zorgen, veel feedback geven, of andere methodes inzetten.


Over Stoer!

Voor het monitoren van sociaal gedrag bestaan verschillende vragenlijsten. Stoer! is daar een eigen variant op en geeft niet alleen de leerkracht maar ook de leerling door middel van plaatjes een terugkoppeling aan het einde van de afname. Stoer! stelt leerlingen vragen over hun sociaal gedrag en clustert de antwoorden in vier deelgebieden.

Met de uitslag kunnen leerkrachten en scholen individueel en specifiek op zoek gaan naar aansturing en ombuiging van probleemgedrag. Door regelmatige afname kan de leerling inzicht worden gegeven in de ontwikkeling van het eigen sociaal gedrag. Het is een signaleringsinstrument dat de leerkracht tijd bespaart ten opzichte van handmatige afname. Ook is er een globaal rapport dat aan ouders kan worden getoond via het Internet.


         


Naar meer wenselijk gedrag op de basisschool. Er bestaan heel wat lesmethoden voor. Wat werkt?
Om wenselijk gedrag bij kinderen op de basisschool te stimuleren lijkt het meest effectief om een brede en gelaagde aanpak te kiezen.

Deze heeft volgens de conclusie van een onderzoek door het Nederlands Jeugd Instituut (februari 2013; onderzoekers Mariska de Baat, Marina Moerkens) drie kenmerken:

(1) De uitvoering vindt plaats op verschillende niveaus: school, groep en individueel.

(2) Er is een nauwe samenwerking tussen de school en de ouders.

(3) De aanpak richt zich op alle kinderen in de school,

met eventueel extra ondersteuning die aansluit bij de mate van het ongewenste gedrag qua ernst en intensiteit.



Geschikt voor 5  6  7  8 

Opgaveformulier Resultatenrapport
Individueel rapport Globaal rapport